Laatste dag in Spanje - Reisverslag uit Ayamonte, Spanje van Ton Hove - WaarBenJij.nu Laatste dag in Spanje - Reisverslag uit Ayamonte, Spanje van Ton Hove - WaarBenJij.nu

Laatste dag in Spanje

Door: Ton van Hove

Blijf op de hoogte en volg Ton

21 April 2008 | Spanje, Ayamonte

Woensdag 16 april Conil dl Fta- Jerez dl Fta 65km

Omdat er donderdag om 12 uur een show is met Andalusische paarden in Jerez de la Frontera laat ik Cádiz werkelijk links liggen en ga vandaag al naar Jerez. Aan de ene kant jammer, Cádiz is een van mijn favoriete plaatsen, aan de andere kant die paarden wil ik ook al zo lang zien.
Hetwaait veel minder dan gisteren maar het blijft een stevige bries. En het is bewolkt.
Afscheid genomen in hotel, goede tent, aardige mensen, even ontbijten ergens en dan fietsen maar weer. Wind in de rug, wat wil ik nog meer. Met 30 tot 35 km per uuren dat met al die zware tassen koers ik af op Jerez de la Frontera.
Het eerste stukje is qua natuurschoon nog wel het aanzien waard, daarna is het niet veel soeps meer. Te verstedelijkt. Een stukje langs de snelweg. Dan weer even een heel mooi stukje met velden met prachtige blauwe bloemen.
Ik kom in El Pilar, een gehucht helemaal onder het stof. Bij de kruizing kijk ik even op de kaart. Meteen komt er iemand uit de kroeg die me verder helpt. Zo zijn ze hier ook wel weer.
Om 3 uur ben ik in Jerez. De mevrouw van het hotel gaat een kaartje voor me bestellen voor de paarden morgen. Ben benieuwd of het lukt. Het weer is ondertussen flink opgeknapt. Het is zonnig. Lekker.
Kathedraal bekeken, wat door de binnenstad gelopen. Leuke stad, zit wel ingewikkeld in elkaar, ik kom steeds weer op hetzelfde punt terug.
Op zoek naar een aanrader uit mijn Michelingids: El Gallo Azul. De tapas hier zouden prijzen gewonnen hebben.
Ik bestel een Pedro Domecq Fino. Lang niet gedronken, erg lekker. En een tapa, iets met ei en kleine gamba plus heerlijke saus.
Ik neem er natuurlijk nog een. Een oloroso nu, nog droger en een brrodje met kaas en zalm. Perfect allemaal.
Hier geen accordeonist bij het terras. Nee een flamencozanger. Hij maakt zich vreselijk druk. Alle ellende komt er uit.
Ik neem er nóg een. De prijswinnaar uit 2003. Iets met tonijn, sherry en aardappel. Een plaatje en héérlijk.
Als toetje een coupe ijs, weer met een oloroso maar nu dulce.
Het zal duidelijk zijn Henk (verlate reactie). Ik volg niet de Via Dolorosa, maar de Via Olorosa en die bevalt prima.
De nachtportier vertelt me dat het kaartje gereserveerd is. Morgen kan ik het bij dekassa afhalen.

Donderdag 17 Jerez dl Fta-Lebrija 37km

Ik ben erg benieuwd wat het gaat worden met de paarden. Om half elf ga ik richting Real Escuela Andaluza del Arte Ecuestre. Alleen die naam al. Onderweg nog ergens ontbijten en dan om 12 uur begint het espectaculo. Ik zit op de tweede rij en vind het prachtig. Dit is wel even wat anders dan de manege in Den Dolder. Veel echt spierwitte paarden, de mannen (en één vrouw) in mooie kostuums en met prachtige hoeden op.
Het duurt 1,5 uur en dat is genoeg. Het wordt op een gegeven moment toch wel wat meer van hetzelfde.
Fotograferen en filmen mocht niet. Op verschillende plekken op de tribunes staan zeer fanatieke dames die elkaar met tekens doorgeven wie er een foto gemaakt heeft. En diegene wordt daar dan meteen op aangesproken. Ik gok op de slotact; en dat hebben er meer gedacht.
Terwijl de Andalusische paarden dansen neemt bijna iedereen op hetzelfde moment zijn camera. Hier kunnen de dames niet tegenop. De macht aan het volk.
Daarna in het hotel mijn fiets opgehaald, me omgekleed en op pad voor een korte middagetappe. Ik ben Jerez nog niet uit of ik doorbreek de 1.000km grens.
Het is bewolkt, de wind komt van opzij en ik rij door een open licht glooiend landschap. Tamelijk saai. Veel graanvelden, een enkele wijngaard. Waar ze hier die sherry van maken is me niet duidelijk.
Om 4 uur ben ik in Lebrija. Morgen wil ik een route rijden dwars door het Parque Doñana, maar ik ben er niet zeker van dat dat ook kan. Bij het toerismebureau vraag ik er naar; ze komen er niet uit, een politie-agent erbij, maar die weet het ook niet. Nou ja, ik zal wel zien morgen.
Politie-agent wijst me nog wel op het restaurant waar ik vanavond moet gaan eten.
Lebrija is een aardig provinciestadje. Alles is goed onderhouden en de monumenten die er zijn, zijn opgeknapt; veel in de Sevilliaanse stijl. Wit met gele of rode randen. Ik houd daar erg van.
Nou de politie hier weet wel waar ze het zoeken moet. Uitstekend gegeten. Een societeitachtige tent, je ziet ze wel vaker in Spanje. Een gedeelte is alleen voor de leden.

Vrijdag 18 april Lebrija - Pilas 101 km

Vandaag is het feest. Coby en ik kennen elkaar al weer 5 jaar. Als ik om half 10 opsta zie ik dat ze al gebeld heeft. Na het ontbijt bel ik terug. Volgende week rond deze tijd stappen we samen op de fiets en dan gaan we het heugelijke feit echt vieren.
Het waait flink als ik vertrek, maar de zon schijnt en het is droog. Vannacht stormde het even en het regende net als gisternacht. De eerste 10 km heb ik de wind van opzij. Ik rijd door een volkomen vlak land, waar helemaal niets is.
Na 10 km kom ik bij de rivier, de Guadalquivir. Ik krijg vanaf hier de wind in de rug alleen moet ik hier tussen de gaten in de weg door laveren. Ik ben nog een stukje van de rivier, er zit nog een uiterwaard tussen. Wel zie ik ineens een flinke boot langsvaren. Gek gezicht, het lijkt alsof hij over het weiland glijdt.
Ik zie veel vogels. Ooievaars, roofvogels, een soort ibissen en ook kleinere zwart/witte vogels met lange snavel en hoge oranje poten.
Bij La Señuela, de plek waar ik volgens de kaart naar de overkant zou kunnen, blijkt helemaal niets te zijn. Ik weet trouwens niet of ik hier met een klein bootje naar de overkant gegaan zou zijn. De rivier is behoorlijk breed en er zijn flinke golven door de wind. Het water is vies bruin. Ik heb de Guadalquivir wel eens mooier gezien.
Er zit niets anders op dan de alternatieve route te nemen, die een paar km verder van de rivier afbuigt. Het land is hier leeg en verlaten. Na een tijdje komt er een auto aan. Twee mannen er in met zulke verweerde gezichten, zo zie je ze niet veel meer. Ik vraag ze of ik zo in de richting van de rivier rijd. Steeds maar rechtdoor, zeggen ze. Todo recto.
Op een gegeven moment heb ik toch echt geen idee meer waar ik ben op de kaart. Een auto staat langs de weg. De mannen kunnen me precies zeggen waar ik ben. Nou ik dacht dat ik al veel verder was. Ze adviseren me een andere weg te nemen via Los Palacios. Ik denk dat dat inderdaad beter is en zo zit ik hier in een barretje in Los Palacios dit te schrijven.
Ik heb net wat kroketjes en een klein bordje paëlla verorberd. Ik kan er weer tegen want het wordt waarschijnlijk een lange dag.
Vanaf Los Palacios wil ik weer op mijn alternatieve route komen. Via zelfs een stukje "fietspad" (ik zit hier in de achtertuin van Sevilla, dus die moeten iets voor de bevolking) kom ik eerst langs Adriano en Tobalina om daarna Coria del Río te bereiken, waar ik met een pont wordt overgezet en die staat dan weer níet op de kaart.
Krijg nog wel een staartje van een flinke bui op mijn kop, maar door de wind ben ik ook zo weer droog.
Coria del Río is me te druk en te rommelig. De lucht is weer opgeklaard. Bij Venta del Cruce zie ik links waar ik eigenlijk vandaan had moeten komen. Nou, niet veel gemist, geloof ik. Een vlak, saai landschap. Ik ga zelf nu het bos in. Het wordt een prachtig stuk tot Aznalcazar. Het is al ongeveer half zeven, het licht is erg mooi, de bermen staan volop in bloei. Ik voel me prima hier. Een van de betere momenten van deze reis.
Bij Aznalcazar kom ik het bos weer uit en ga linksaf naar Pilas. Nog 5 km met de wind tegen.
Na 101 km mag ik douchen. Een lange rit die vooral door het laatste stuk erg veel voldoening geeft.
Een goed hotel met een goed restaurant om de hoek. Ik neem een glaasje dessertwijn bij de natillas. Het is tenslotte feest vandaag.

Zaterdag 19 april Pilas-Matalascañas 55 km

Het heeft vannacht behoorlijk geregend. Om half 9 als ik wakker word, regent het nog steeds. De lucht is donkergrijs. Dit is niet de bedoeling en ik duik er weer in.
Een uurtje later zie ik het in de verte lichter worden. Na het ontbijt wil een Spanjaard me op de foto met mijn fiets. Het gaat om de fietstassen. Over 3 weken gaat hij de Zilverroute fietsen naar Santiago, maar zulke mooie tassen heeft hij niet.
Ik ga op pad. Het is droog, het waait flink tegen, er is zelfs wat blauwe lucht te zien. Een lang stuk van zo'n 20km door het bos. Minder mooi dan gisteren, het is een kaarsrechte weg. De berm met uitbundig bloeiende bloemen vergoedt veel.
Veel vogels; op een hek een bijeneter, hij wil niet op de foto. Af en toe een spatje regen, het stelt niet veel voor.
Vlak voor El Rocío komt er een wel heel donkere wolk aanzeilen. Ik kom droog aan, de bui is al in El Rocío gevallen. Maar dat is ook niet best, want de straten daar zijn nog gewoon van zand. Het is het beste te gaan lopen in die blubber.
El Rocío is bekend van de jaarlijkse bedevaart met Pinksteren. Van oorsprong trokken vooral zigeuners hier naar toe met hun bont versierde paardenkarren.
Ik bezoek de kerk van de Maagd van El Rocío, waar het allemaal om te doen is. Als ik binnenkom, begint een jonge vrouw net hardverscheurend te zingen. Indrukwekkend moment. Over 3 weken met Pinksteren lopen hier meer dan een miljoen mensen rond.
Ik drink en eet ergens nog wat en ga verder richting Matalascañas. Onderweg een soort lepelaars en een wild zwijn. Het kan niet op ineens.
Vlak voor Matalascañas rijd ik nog even langs het bezoekerscentrum van het Parque Doñana in El Acebuche. Vanuit een hut kun je over een lagune uitkijken. Niet zoveel te zien, toch wel op het laatst een zwarte vogel met dieprode snavel met een jong. Zoek ik thuis op.
Nog even langs de expositie met allerlei videos en als ik weer buitenkom hoost het. Het is wel heer erg grijs. Geduld is dan een schone zaak. Net als ik het wil opgeven, wordt het droog.
Rap rap op de fiets en de 5 km naar het hotel doe ik in recordtijd.
Matalascañas is een grote verzameling vakantiewoningen. Er zijn geen straatnamen, alles is verdeeld in sectoren. Met enige moeite, je ziet ook niemand op straat, vind ik een hostal. Is prima. Na de douche een tentje waar ik prima eet. Maar wat een ongezelligheid in deze plaats. Zelden gezien. Mijn gids waarschuwde me al.
In het hostal hing een affiche dat er vanavond Spaanse zang en dans zou zijn in het parochiehuis van de kerk. Aanvang half 11. Het si inmiddels kwart voor 11. Het is een gezellige boel in de patio van de kerk. Nou ja, in de arcaden, want het regnt weer.
Het is een familiegebeurtenis, de jonge meisjes zijn helemaal opgemaakt, met lange jurken en een roos in het haar.
Het lijkt er nog niet op dat het begint. Jammer van het slechte weer; dit is iets voor in de open lucht.
Het is 11 uur. Er gaat nu iets gebeuren, maar het blijft bij wat gefluit en getrommel bij de ingang. Ik krijg van een mevrouw een potaje toegestopt. Smaakt goed. Half 12. De mooi opgemaakte meisjes gaan nu dansen samen met één wat dikkige jongen. Het is leuk, de muziek hapert soms wat, maar wat geeft het.
Het wordt een ietwat amateuristische avond met een hoog Virgen del Rocío gehalte en met veel enthousiasme gebracht. Om kwart voor 1 wil ik het voor gezien houden, maar er barst nog een stortbui los.
Iedereen moet wat inschikken anders worden de mensen aan de rand kletsnat. Een half uur later is het weer droog. Gauw naar het hotel, ik zal goed slapen.

Zondag 20 april, Matalascañas-Palos de la Frontera 59 km

De zon schijnt eindelijk weer eens als ik wakker word. Nog wel harde wind. Eerst zo´n 20km een lange rechte weg. Is wat saai. Dan rechtsaf en vervolgens via een zandpad richting Moguer. Dit is prachtig. Heel veel vogels, lagunes, bloemen. Ik ben hier echt helemaal alleen. Hier zijn geen auto´s, geen fietsers, geen wandelaars. Af en toe wel zwaar fietsen door het zachte zand.
Vijf km voor Moguer is de rust ineens afgelopen. Hier weer de aardbeienkwekerijen, waar veel buitenlandse vrouwen aan het werk zijn.
Er hangt een hele donkere wolk boven Moguer. Net op tijd ben ik bij het beoogde hostal. De man heeft de tent echter even dichtgegooid, zo staat op een stuk papier op de deur.
Hij heeft voor die deur een afdakje waar de fiets en ik precies onder passen. Het wordt weer een stortbui, zelf houd ik het droog.
Het klaart op en ik ga door naar Palos de la Frontera, 5 km verderop.
Columbus is van hier uit zijn ontdekkingsreis naar Amerika begonnen.
Ook hier op zondagmiddag erg veel buitenlandse arbeiders op straat. Zowel mannen als vrouwen, steeds in groepjes.
Het valt niet mee een restaurant te vinden. Eindelijk heb ik een! En hier is het weer zó druk dat de ober amper tijd voor je heeft. Een gekkenhuis, maar heel gezellig. Er is dit weekend ook feest in Palos misschien dat het daarom zo druk is.
Lekker tongetje gegeten. Krijg nog ijs toe. Het is een prachtig gezicht hoe de ober het allemaal voor elkaar krijgt.
Bij het afrekenen vraag ik of het iedere avond zo gaat. Ja, bijna altijd. En slaap je wel goed? Ja, tot 12 uur. En waar ik dan slaap. Hostal Niña? Veel negers en Roemenen.
Ja, dat had ik ook al gemerkt. Als ik terugloop, zie ik dat het volle maan is. En onbewolkt. Morgen zon??
Bij Hostal Niña is alles in rust. De negers en Roemenen moeten morgen weer vroeg op.

Maandag 21 april Palos de la Frontera - Ayamonte 83 km

De dag begint mooi. Ik rijd langs het klooster van la Rábida. Hier is Columbus naar toegegaan toen hij Amerika ontdekt had. Het valt allemaal wat tegen. De reisgidsen zijn enthousiaster dan dat ze hier zijn.
Ik ga door naar Huelva. Eigenlijk zouik hier overnachten, maar het is nog veel te vroeg. Ik fiets wat door de stad. Rijd nog langs een wijk, el Barrio Reina Victoria, die eind 1800 gebouwd is voor engelsen die in de Río Tinto mijnen werkten. Ach.
Ik had gehoopt nog wat uurtjes aan het strand te kunnen doorbrengen; het weer is prima om te fietsen, voor het strand is het niet mooi genoeg. Al fietsende lijkt het me het beste om door te gaan naar Ayamonte, de grensplaats met Portugal. En misschien is het morgen of overmorgen dan wel strandweer.
Op een stuk snelweg, er is geen andere weg, stopt iemand speciaal voor mij om me er op te wijzen dat er aan de andere kant van de weg een toeristisch fietspad loopt. Ik ben de man erg dankbaar, want dat fietst een stuk lekkerder.
Ik fiets langs de mmoie kust en kom door aardige plaatsjes, maar ze zijn allemaal nog in winterslaap. Er is echt niets te doen.
Weer een stukje het binnenland in. De plaatsjes daar zijn weer bevolkt door de buitenlandse werknemers. Overl langs de weg aardbeien en sinaasappels. Nee, toeristen hebben ze hier niet nodig.
Ayamonte ziet er wat vriendelijker uit. Hier zal ik mijn laatste spaanse avond doorbrengen. Morgen met de pont naar de overkant van de rivier Portugal in.
Ik heb er 1.333 km door Andalucía opzitten in precies 4 weken. Het waren mooie kilometers, ik heb weer een heleboel gezien. Wat me tegenviel was de drukte op de wegen. Kon ik twee jaar terug soms een dag amper een auto zien, ik heb dat nu niet meegemaakt. Erg jammer. Misschien geeft Portugal dat nog wel, we zullen zien.

Ik had graag wat foto´s en videos meegestuurd, maar dat kan hier niet. Tot de volgende keer.













  • 22 April 2008 - 06:20

    Bertus:

    Beste Ton,
    Gefeliciteerd dat je Cobie vijf jaar kent . Op naar de volgende vijf jaar.

    Groet,
    Bertus.

  • 22 April 2008 - 08:34

    Marianne:

    Ha Ton,
    Weer bedankt voor je leuke reisverslag. Gisteren ontvingen Hans en ik een kaart uit Tarifa, een prachtig Arabisch pleintje: Plaza de Santa Maria. Voor ons de moeite waard om er ook eens met de bus heen te reizen. Het moet nog even wachten want we zijn nog niet met pensioen.
    Coby en jij kennen elkaar ook alweer 5 jaar. Wat gaat de tijd snel, he?! Ik zie ons nog zitten aan de lange tafel in Utrecht toen we elkaar voor het eerst ontmoetten. Ada en Frans waren er toen ook bij.
    Ton, ik wens je een mooie tocht met goed weer. En een mooie tijd met Coby.

    Groet van ons.

  • 22 April 2008 - 13:25

    Hielkje:

    Nog 2 nachtjes slapen en dan kunnen jullie samen het glas heffen op jullie 5-jarig bestaan. Je hebt heel wat km afgelegd he Ton, ik doe het je niet na.
    En wat gaan 4 weken dan ook weer snel. Leuk om je kaart uit Jerez te ontvangen. Nu dus in Portugal. Wij kijken uit naar het weekje in jullie huis. Met dit mooie weer extra aanlokkelijk! Maar eerst Coby afleveren op Schiphol. Ton, tot gauw. Herkennen we je nog onder het Spaans-Portugese bruin?
    Groetjes, ook van Fernand.

  • 22 April 2008 - 17:16

    Marion Koolstra:

    Lieve Ton,
    Wat een leven heb je! Een schril contrast met mijn dag: de hele dag in een donker gebouw zitten te "trainen"....was ik Coby maar, dan zou ik ook gauw middenin die prachtnatuur fietsen, met zulke lekkere hapjes!

    Ik proost op jullie 5-jarig bestaan en geniet samen van de komende week!
    Liefs,
    Marion.

  • 22 April 2008 - 19:32

    Ria De Laat:

    Dag Ton,
    Heerlijk, lijkt me, om zo in je uppie te fietsen.Ik zou het alleen niet kunnen/durven.
    Leuk om je verhalen te lezen. Volgens mij eet je in ieder geval heel erg lekker. Bij deze proficiat met het eerste lustrum, ook voor Coby.
    Heel goede reis nog en veel plezier samen.
    Tot gauw groet Ria

  • 22 April 2008 - 19:33

    Ria De Laat:

    Ik wilde je een pootje van Juultje geven maar dat gaat niet even zo proberen.
    Ria.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Spanje, Ayamonte

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

07 Mei 2008

Weer thuis

22 April 2008

Portugal, een eerste indruk

21 April 2008

Laatste dag in Spanje

15 April 2008

de Levante, een harde oostenwind

12 April 2008

Zuidelijker kan niet
Ton

Actief sinds 17 Maart 2008
Verslag gelezen: 365
Totaal aantal bezoekers 7844

Voorgaande reizen:

25 Maart 2008 - 02 Mei 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: