de eerste week
Door: Ton van Hove
Blijf op de hoogte en volg Ton
31 Maart 2008 | Spanje, Órgiva
dinsdag 25 maart
Vertrokken vanuit een geheel wit Den Dolder
Gek vooruitzicht dat ik vanavond met zomerse temperaturen te maken zal hebben.
Jasper brengt me weer trouw naar het vliegveld. Eindhoven is dit keer het vertrekpunt. Onderweg is het het ene moment prachtig en dan sneeuwt het weer. Ook een flinke file bij Den Bosch (een vrachtwagen hangt half over de vangrail) maar aan onze kant valt de vertraging wel mee.
We arriveren prima op tijd. De meegebrachte fietsdoos blijkt veel te klein voor mijn fiets; dan maar zonder.
Ik lever hem in bij een chagrijnige vliegveldmedewerker, die vindt dat ik mijn banden helemaal leeg moet laten lopen.
Ik lunch nog met Jasper, om 2 uur nemen we afscheid en ga ik door de douanepost.
Daarachter is het tamelijk rommelig en al snel blijkt dat de beoogde vertrektijd van 15u15 niet gehaald zal worden.
In het vliegtuig hoef ik niet veel te lopen. Rij 2 aan het raam is mijn plek voor de komende 2,5 uur. Wel een erg kleine stoel met weinig beenruimte, maar wat geeft het.
Om 7 uur stap ik uit in Malaga, waar het volgens de piloot 23 graden is. Ik ben als een van de eersten uit het vliegtuig. De bagage komt ook nog eens heel snel , even later gevolgd door de bicicleta. Nog geheel in tact. Alleen het sleuteltje van het slot was helemaal verbogen, bijna afgebroken. Ik zoek een rustig plekje om de fiets weer rijklaar te maken. Even later blijkt een gezelschap spaanse bejaarden deze plek in de immense hal ook wel mooi te vinden. Ze gaan me er eens lekker in de weg zitten. Ik trek me er zo weinig mogelijk van aan.
Om 8 uur zit ik op de fiets richting Málaga. Even een stukje snelweg met heel veel verkeer dan al snel een vierbaansweg richting centrum. In de buitenwijken opvallend veel skeeleraars. De nieuwe Goméz komt er aan! Sven Kramer mag wel oppassen.
Het hotel is snel gevonden en nu zit ik aan de tapas in Cervecita´s Málaga. Ik had me een vrolijkere señorita voorgesteld, maar de tapas zijn uitstekend."Van het goede het beste" is de lijfspreuk van deze tent. Om 11 uur houd ik het voor gezien. Morgen een zware dag.
Woensdag 26 maart Málaga - Colmenar 51 km
Ik word om 8 uur wakker van bouwvakkerslawaai. Eerst richt ik de fietstassen opnieuw in. Ik vind een lief briefje van Coby en daar aan vast een fietsbel met het opschrift Kus en oudhollandse dropjes.
Ik kom er ook achter dat ik toch weer wat vergeten heb: de routebeschrijving en de lijst met hoteladressen!
Mobiele telefoon, Coby, internet en email brengen uitkomst. Ik bel Coby, zij zal me een email sturen met de vergeten bijlage. Even later kom ik in een internetcafé waar ik e.e.a. wil uitprinten. Het meisje waarschuwt me dat mijn fiets hoogstwaarschijnlijk gestolen gaat worden (er zijn Roemenen in de buurt, zegt ze). Mijn fiets mag echter niet mee naar binnen. Op naar het volgende internetcafé; er zijn er hier veel. Hetzelfde verhaal over de Roemenen, maar hier mag de fiets wel binnen staan. Even later heb ik mijn spullen uit de computer. Ik realiseer me dat de wereld van internet mooie kanten heeft. Maar zonder Coby was het toch niet gelukt.
Ik pomp de banden nog maar eens goed op en ga op weg. In de buitenwijken van Málaga begint het al te stijgen. Even later flink steil.
Na 19 km bereik ik de Puerto del Léon, de eerste col van deze reis. Volgens het bord 900m, op de kaart 960m.
Vantevoren had ik hier tegenop gekeken. Van 0 meter naar 960 meter in 19 km terwijl ik al een tijd niet gefietst heb. Maar het viel me mee. Daarna afdalen naar Colmenar op 700m.
De wind wakkert flink aan. Oppassen dus en niet te hard. Op een heel open stuk ga ik zelfs maar een stukje lopen, het wordt me te link.Colmenar ligt op de top van een bergje en daar stormt het gewoon. Ik ga rechtsaf naar Riogordo. Met de wind in de rug en dalend zijn de 9km snel gefietst.
In Riogordo echter geen slaaplaats te vinden. Het beoogde hotel blijkt een stukje buiten het dorp te liggen, maar of het open is, is de vraag.
Ik waag het er niet op en besluit terug te gaan naar Colmenar. Het is balen: 9 km terug maar nu met wind tegen en omhoog.
Bij km-stand 51 ben ik in Colmenar. Hotel Belén wordt het vannacht. Een prima tent en bij de eerste cerveza is het leed weer snel geleden.
Op de televisie heel veel nieuws over de moord op een meisje van 5 jaar Mari Luz. Op spaanse wijze wordt verslag gedaan. Iedereen die maar een beetje in de buurt van het slachtoffer woont, wordt naar zijn mening gevraagd
Lekkere douche en daarna prima gegeten. Te grote porties voor mij. Koffie toe met licor de hierbas. Slapen zal wel lukken. Het waait nog flink, moet morgen toch wat minder.
Donderdag 27 maart Colmenar - Alhama de Granada 62 km
Het is fris buiten als ik beneden kom voor het ontbijt. Geperste sinaasappels, thee en toast met jam gaan er wel in. De eindafrekening bedraagt € 42,- Apéritieven, eten en slapen, geen geld.
Als ik vertrek zegt een man dat het koud is. 500m verder kom ik daar ook achter. Ik trek de arm- en beenwarmers aan en mijn regenjack.
Eerst de extra 12 km van gisteren, maar nu lekker dalend. Onderweg zie ik dat het gisteren toch een flinke klim was.
Bij Riogordo ga ik linksaf een rustig weggetje in. Al gauw een col die erg meevalt. Vanuit de andere kant echter niet, want ik daal weer flink langs Mondrón en Periana. Daar begint een klim van 11 km naar Ventas de Zafarraya, dat volgens Bert Sitters, de Spanjefietser, op 1100m ligt. En dat zou goed kunnen want het is een behoorlijk pittige klim waarover op de kaart niets te vinden is.
Onderweg verorber ik mijn lunch op de een muurtje langs de weg. Het is nog steeds fris; de zon probeert het wel, maar het lukt niet echt.
In het begin van de klim een paar fikse slingers, waardoor je ziet hoe snel je stijgt; op het eind krijg ik er nog een paar voor mijn kiezen.
In Ventas de Zafarraya blijft de weg op hoogte. Ik kom op een hoogvlakte tercht en duik gelukkig niet de diepte in. Alhama de Granada, het einddoel, ligt op 964m dus ik moet nu even niet teveel zakken. Ik rijd zo´n 11km over een practisch vlakke weg, windje in de rug, dat gaat goed.
Maar er staat nog een pijltje omhoog op de kaart, daar ga ik weer. De Puerto El Nevazo valt mee maar zo op het end van de dag zit ik er niet echt op te wachten.
Boven is het nog 4km dalen naar Alhama de Granada. Ik rol lekker uit en na 62 km arriveer ik moe en voldaan bij Hostal Ana.
Na de douche wandel ik wat door het aardige plaatsje, maak wat foto´s van de kloof waarboven Alhama gebouwd is.
Nu zit ik in bar El Sibanco. De man achter de bar moet haast wel de spaanse broer van Frans van Vugt zijn. Hij levert me heerlijke tapas bij de aperitivos. Ik denk dat ik hier ook maar blijf eten. Want huisgemaakte hamkroketjes kan ik niet laten liggen en daarna spiesjes van Solemilla met Roquefortsaus lijkt me ook niet verkeerd.
Het smaakte prima, aardige man, die me na betaling van € 16,60 naar mijn hotel laat gaan. Hij zal wel nooit rijk worden.
Vrijdag 28 maart Alhama de Granada - Almuñecar 83 km
Het is onbewolkt, precies zoals gisteravond op de tv al voorspeld werd. Ik koop brood en ham voor de lunch. Als ontbijt churros met dikke chocolademelk. Lekker maar om op te fietsen is dit het toch niet helemaal, zo merk ik later.
Ik daal naar de brug van de Río Alhama en moet daarna 6km flink aan het werk. Valt niet mee meteen zo´n helling aan het begin van de dag.
Een prachtige weg, voor het eerst de echte stilte en rust, amper auto´s.En boven gekomen ineens een magnifiek uitzicht op de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada. Prachtig!
Ik daal zo´n 6 km naar een stuwmeer, het Embalse de los Bermejales. Beneden wacht
de koffie op een terras heerlijk in de zon. Drie dagen geleden nog in de sneeuw, nu in een graadje of 25! Ik prijs me zeer gelukkig.
Na de koffie weer flink omhoog en weer even flink omlaag. Tijdens de afdaling zie ik onder me een vlak weggetje langs het meer gaan. Jammer dat ik het niet eerder zag, want er moet nog genoeg geklommen worden.
Tot Jayena gaat het op en neer. Vanaf hier krijg ik een stuk van 41km zonder enig dorp of gehucht en ik begin ook aan een zware beklimming.
Als ik onderweg even stop om op adem te komen, stopt er een auto naast me met een engels echtpaar. Ze vraagt of everything allright is. Ja, zeg ik, maar ik moet af en toe even uitrusten. Dat vindt ze goed. We are not twenty anymore voegt ze me nog toe en dan rijden ze weer verder. Aardig dat ze even stopten. Ik zal ze later onderweg nog twee keer zien.
Op de top eet ik wat. Het broodje met ham valt me veel te zwaar op mijn maag. Ik houd het bij sap en yoghurt.
Van hieruit is het nog zo´n 10 km naar een col van 1200m hoogte. Ik hoop toch echt niet dat ik veel ga dalen want de vermoeidheid heeft inmiddels toegeslagen. Ik kom zowaar nog een barretje tegen, waar ik snel een Fanta Naranja drink en de bidons laat vullen.
Dan op naar de Puerto. Die valt ontzettend mee, ik daal meer dan dat ik stijg. Waar ik lunchte, was het al veel hoger.
Na de top zoef ik langs een kraterachtig landschap naar beneden. In een bocht zie ik de Engelsen weer. This is easy, roepen ze; ik heb er wel hard voor gewerkt, hoor.
Prachtig is het hier; ik maak wat foto´s en vervolg de afdaling, die later zo´n 25km blijkt te zijn.
In Almuñecar rijd ik naar het strand, drink daar wat en neem een ijsje.
Dan een hotel zoeken, douchen en nu zit ik hier buiten om kwart over 8 dit verhaal te schrijven. Vier lekkere gamba´s met mayonaisse bij de borrel. Het smaakt me goed; ik ben de vermoeidheid alweer te boven.Nog ergens een tongetje gegeten en nu slapen.
Zaterdag 29 maart Almuñecar - El Pozuelo 65 km
Het is wat bewolkt als ik vertrek. De weg druk, er is hier nog geen snelweg, en ook nog eens wind tegen. Veel plastic kassen langs de weg. Maar niet meer zo fladderend in de wind zoals vroeger. Ik ken deze streek goed; ben hier vroeger veel geweest.
Langs Motril, waar Boudewijn, de vroegere koning van België, zijn vakantiehuis had. Er is wel een mooiere plek te bedenken, zou ik zeggen.
In Castell de Ferro, heel vaak geweest, stop ik bij Antonio om wat te eten. Hij herkent me niet meer. Ik vertel hem over Paco, die hier door iedereen Bobby Charlton genoemd werd, omdat die eens een keer in zijn strandtent was geweest. Maar Paco is misschien al wel 10 jaar dood. Overleden aan keelkanker.
Al snel krijg ik de gebruikelijke schouderklopjes van Antonio en noemt hij me weer amigo. Bij het afscheid vraag ik hem de groeten te doen aan Consuelo, de weduwe van Paco, die hier nog steeds woont.
Mijmerend over het verleden fiets ik verder. Er is hier al een stukje snelweg, het is lekker rustig.
In la Rabita blijkt het hotel gesloten, maar even verder in El Pozuelo vind ik een mooie vervanging pal aan het strand.
Lekker een paar biertjes op het terras in de zon, die alweer bijna de hele dag geschenen heeft. Het meisje dat me bedient en verwent met lekkere tapas zegt dat mijn gezicht rojo is. Ja, dat klopt wel en ik voel het ook goed. Met een winterhuid in één keer naar de zomer valt niet mee.
Als ik na het douchen weer beneden kom in de bar, is er voetbal op de tv: Barcelona tegen Bétis Sevilla. De hele tent zit vol gastarbeiders die hier in de kassen werken. Ik had er wel eens over gelezen dat er in deze streek zoveel illegalen leven.
Het eten, een soort kippensoep en 3 stukken vlees met patat gaat niet helemaal op. Teveel tapas. Lekker slapen met het geluid van de zee.
Zondag 30 maart El Pozuelo - Cádiar 37km
Qua afstand een korte rit maar behoorlijk pittig. Tot Albuñol gaat het heel gematigd omhoog. Buiten het plaatsje zie ik een muur voor me oprijzen.Heel hoog zie ik een plaatsje liggen waarvan ik vermoed dat het Albondón is.
Gestaag klimmend blijkt dat ik na verloop van tijd langs plekken kom waar ik zoëven nog vol ontzag naar stond te kijken.
Na dik 2 uur kom ik aan in Albondón. Bij het barretje waar ik wat wil gaan drinken, vraagt een man vol ongeloof of ik helemaal uit La Rabita ben komen fietsen. Trots zeg ik "Sí" en de man kijkt me nog eens goed aan. Waar ik naar toega? Naar Cádiar, nou dan heb ik het ergste wel gehad.Later blijkt dat het hoogste punt pas 10km verderop ligt bij Venta de Tarugo. Weliswaar is het niet meer zo steil, maar het blijft zwaar. De beste man zal het in de auto wel een vlakke weg vinden, ik denk er onderweg en zo op het end wat anders over.
Als ik dan echt helemaal boven ben krijg ik als beloning een werkelijk schitterend landschap voorgeschoteld. Een heel diep dal, las Alpujarras, en tegen de flanken van de Sierra Nevada allerlei witte dorpjes. Het is erg indrukwekkend. Ik maak een paar foto´s maar die zullen de werkelijkheid nooit evenaren.
Als afsluiting van deze zware dag een lekkere afdaling naar Cádiar. Onderweg besluit ik om morgen niet langs al die witte dorpjes te gaan fietsen, maar de weg door het dal naar Órgiva te nemen. Ik krijg nog genoeg hellingen vóór me.
In Cádiar blijkt de hotelkamer een heel appartement te zijn. Ook kom er achter dat de zomertijd inmiddels is ingegaan.
Ik eet licht ´s avonds en kan daardoor toe aardbeien met slagroom nemen.
Sms'en lukt niet vanaf hier, wel een sudoku van Ada (3*) met door de koptelefoon het oratorium Paulus van Mendelssohn op de MP3.
Vroeg naar bed, ik ben moe.
Maandag 31 maart Cádiar - Órgiva 41 km
Om 9 uur wakker. Ontbijt bij de baas die wat vergeetachtig aan het worden is. Alles moet je hem 2x zeggen.
De lucht is prachtig blauw, maar als ik buiten kom, blijkt er een harde koude wind te staan.
Ik maak eerst mijn jaarlijkse tocht naar een spaanse farmacia, want ik ben wat hoesterig. Waarschijnlijk door de afdalingen. Ook begint het zitvlak wat pijnlijk te worden. Ik ben een grote klant, met hoestdrank en gel verlaat ik het pand.
In het dorp lijkt de spreektaal haast Engels, zoveel Engelsen wonen hier kennelijk.
Nog even naar de supermercado en dan op weg. Het is nog steeds behoorlijk fris in de wind. Bijna weer om de washandjes aan te doen.
Ik neem de "makkelijke" weg naar Órgiva. Een op en neer gaande weg met rechts een prachtig uitzicht op de Sierra Nevada. Vooral na de koffie in Torvizcón krijg ik de bergen van 3400m hoog in volle omvang te zien. Heel bijzonder vind ik het.
Van de Puerto Jubile die op de kaart genoemd wordt merk ik totaal niets. In de verte zie ik diep onder me Órgiva liggen. Mijn weg gaat echter nog veel dieper tot de brug over de rivier. De laatste kilometer moet ik toch nog aan de klim.
Hier word ik tegengehouden door een hollands echtpaar met de vraag of dit de weg naar Trevélez is. Nee, kan ik tot hun opluchting in het nederlands zeggen. Ze moeten precies de andere kant op. Of ik op vakantie ben? vraagt de man. Ik heb altijd vakantie, meneer, dit is pas werken! Een grapje voor pensionados onder elkaar.
Om 2 uur kom ik aan in Órgiva. Lekker om eens een keer ergens zo vroeg te zijn. Ik neem een paar biertjes op een terras in de zon en uit de wind. En een bordje met vlees in de saus van het huis smaakt er prima bij.
Een hotel is snel gevonden, even douchen en nu heb ik dit verhaal zitten tikken.
Veel plezier er mee en tot de volgende keer.
Vertrokken vanuit een geheel wit Den Dolder
Gek vooruitzicht dat ik vanavond met zomerse temperaturen te maken zal hebben.
Jasper brengt me weer trouw naar het vliegveld. Eindhoven is dit keer het vertrekpunt. Onderweg is het het ene moment prachtig en dan sneeuwt het weer. Ook een flinke file bij Den Bosch (een vrachtwagen hangt half over de vangrail) maar aan onze kant valt de vertraging wel mee.
We arriveren prima op tijd. De meegebrachte fietsdoos blijkt veel te klein voor mijn fiets; dan maar zonder.
Ik lever hem in bij een chagrijnige vliegveldmedewerker, die vindt dat ik mijn banden helemaal leeg moet laten lopen.
Ik lunch nog met Jasper, om 2 uur nemen we afscheid en ga ik door de douanepost.
Daarachter is het tamelijk rommelig en al snel blijkt dat de beoogde vertrektijd van 15u15 niet gehaald zal worden.
In het vliegtuig hoef ik niet veel te lopen. Rij 2 aan het raam is mijn plek voor de komende 2,5 uur. Wel een erg kleine stoel met weinig beenruimte, maar wat geeft het.
Om 7 uur stap ik uit in Malaga, waar het volgens de piloot 23 graden is. Ik ben als een van de eersten uit het vliegtuig. De bagage komt ook nog eens heel snel , even later gevolgd door de bicicleta. Nog geheel in tact. Alleen het sleuteltje van het slot was helemaal verbogen, bijna afgebroken. Ik zoek een rustig plekje om de fiets weer rijklaar te maken. Even later blijkt een gezelschap spaanse bejaarden deze plek in de immense hal ook wel mooi te vinden. Ze gaan me er eens lekker in de weg zitten. Ik trek me er zo weinig mogelijk van aan.
Om 8 uur zit ik op de fiets richting Málaga. Even een stukje snelweg met heel veel verkeer dan al snel een vierbaansweg richting centrum. In de buitenwijken opvallend veel skeeleraars. De nieuwe Goméz komt er aan! Sven Kramer mag wel oppassen.
Het hotel is snel gevonden en nu zit ik aan de tapas in Cervecita´s Málaga. Ik had me een vrolijkere señorita voorgesteld, maar de tapas zijn uitstekend."Van het goede het beste" is de lijfspreuk van deze tent. Om 11 uur houd ik het voor gezien. Morgen een zware dag.
Woensdag 26 maart Málaga - Colmenar 51 km
Ik word om 8 uur wakker van bouwvakkerslawaai. Eerst richt ik de fietstassen opnieuw in. Ik vind een lief briefje van Coby en daar aan vast een fietsbel met het opschrift Kus en oudhollandse dropjes.
Ik kom er ook achter dat ik toch weer wat vergeten heb: de routebeschrijving en de lijst met hoteladressen!
Mobiele telefoon, Coby, internet en email brengen uitkomst. Ik bel Coby, zij zal me een email sturen met de vergeten bijlage. Even later kom ik in een internetcafé waar ik e.e.a. wil uitprinten. Het meisje waarschuwt me dat mijn fiets hoogstwaarschijnlijk gestolen gaat worden (er zijn Roemenen in de buurt, zegt ze). Mijn fiets mag echter niet mee naar binnen. Op naar het volgende internetcafé; er zijn er hier veel. Hetzelfde verhaal over de Roemenen, maar hier mag de fiets wel binnen staan. Even later heb ik mijn spullen uit de computer. Ik realiseer me dat de wereld van internet mooie kanten heeft. Maar zonder Coby was het toch niet gelukt.
Ik pomp de banden nog maar eens goed op en ga op weg. In de buitenwijken van Málaga begint het al te stijgen. Even later flink steil.
Na 19 km bereik ik de Puerto del Léon, de eerste col van deze reis. Volgens het bord 900m, op de kaart 960m.
Vantevoren had ik hier tegenop gekeken. Van 0 meter naar 960 meter in 19 km terwijl ik al een tijd niet gefietst heb. Maar het viel me mee. Daarna afdalen naar Colmenar op 700m.
De wind wakkert flink aan. Oppassen dus en niet te hard. Op een heel open stuk ga ik zelfs maar een stukje lopen, het wordt me te link.Colmenar ligt op de top van een bergje en daar stormt het gewoon. Ik ga rechtsaf naar Riogordo. Met de wind in de rug en dalend zijn de 9km snel gefietst.
In Riogordo echter geen slaaplaats te vinden. Het beoogde hotel blijkt een stukje buiten het dorp te liggen, maar of het open is, is de vraag.
Ik waag het er niet op en besluit terug te gaan naar Colmenar. Het is balen: 9 km terug maar nu met wind tegen en omhoog.
Bij km-stand 51 ben ik in Colmenar. Hotel Belén wordt het vannacht. Een prima tent en bij de eerste cerveza is het leed weer snel geleden.
Op de televisie heel veel nieuws over de moord op een meisje van 5 jaar Mari Luz. Op spaanse wijze wordt verslag gedaan. Iedereen die maar een beetje in de buurt van het slachtoffer woont, wordt naar zijn mening gevraagd
Lekkere douche en daarna prima gegeten. Te grote porties voor mij. Koffie toe met licor de hierbas. Slapen zal wel lukken. Het waait nog flink, moet morgen toch wat minder.
Donderdag 27 maart Colmenar - Alhama de Granada 62 km
Het is fris buiten als ik beneden kom voor het ontbijt. Geperste sinaasappels, thee en toast met jam gaan er wel in. De eindafrekening bedraagt € 42,- Apéritieven, eten en slapen, geen geld.
Als ik vertrek zegt een man dat het koud is. 500m verder kom ik daar ook achter. Ik trek de arm- en beenwarmers aan en mijn regenjack.
Eerst de extra 12 km van gisteren, maar nu lekker dalend. Onderweg zie ik dat het gisteren toch een flinke klim was.
Bij Riogordo ga ik linksaf een rustig weggetje in. Al gauw een col die erg meevalt. Vanuit de andere kant echter niet, want ik daal weer flink langs Mondrón en Periana. Daar begint een klim van 11 km naar Ventas de Zafarraya, dat volgens Bert Sitters, de Spanjefietser, op 1100m ligt. En dat zou goed kunnen want het is een behoorlijk pittige klim waarover op de kaart niets te vinden is.
Onderweg verorber ik mijn lunch op de een muurtje langs de weg. Het is nog steeds fris; de zon probeert het wel, maar het lukt niet echt.
In het begin van de klim een paar fikse slingers, waardoor je ziet hoe snel je stijgt; op het eind krijg ik er nog een paar voor mijn kiezen.
In Ventas de Zafarraya blijft de weg op hoogte. Ik kom op een hoogvlakte tercht en duik gelukkig niet de diepte in. Alhama de Granada, het einddoel, ligt op 964m dus ik moet nu even niet teveel zakken. Ik rijd zo´n 11km over een practisch vlakke weg, windje in de rug, dat gaat goed.
Maar er staat nog een pijltje omhoog op de kaart, daar ga ik weer. De Puerto El Nevazo valt mee maar zo op het end van de dag zit ik er niet echt op te wachten.
Boven is het nog 4km dalen naar Alhama de Granada. Ik rol lekker uit en na 62 km arriveer ik moe en voldaan bij Hostal Ana.
Na de douche wandel ik wat door het aardige plaatsje, maak wat foto´s van de kloof waarboven Alhama gebouwd is.
Nu zit ik in bar El Sibanco. De man achter de bar moet haast wel de spaanse broer van Frans van Vugt zijn. Hij levert me heerlijke tapas bij de aperitivos. Ik denk dat ik hier ook maar blijf eten. Want huisgemaakte hamkroketjes kan ik niet laten liggen en daarna spiesjes van Solemilla met Roquefortsaus lijkt me ook niet verkeerd.
Het smaakte prima, aardige man, die me na betaling van € 16,60 naar mijn hotel laat gaan. Hij zal wel nooit rijk worden.
Vrijdag 28 maart Alhama de Granada - Almuñecar 83 km
Het is onbewolkt, precies zoals gisteravond op de tv al voorspeld werd. Ik koop brood en ham voor de lunch. Als ontbijt churros met dikke chocolademelk. Lekker maar om op te fietsen is dit het toch niet helemaal, zo merk ik later.
Ik daal naar de brug van de Río Alhama en moet daarna 6km flink aan het werk. Valt niet mee meteen zo´n helling aan het begin van de dag.
Een prachtige weg, voor het eerst de echte stilte en rust, amper auto´s.En boven gekomen ineens een magnifiek uitzicht op de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada. Prachtig!
Ik daal zo´n 6 km naar een stuwmeer, het Embalse de los Bermejales. Beneden wacht
de koffie op een terras heerlijk in de zon. Drie dagen geleden nog in de sneeuw, nu in een graadje of 25! Ik prijs me zeer gelukkig.
Na de koffie weer flink omhoog en weer even flink omlaag. Tijdens de afdaling zie ik onder me een vlak weggetje langs het meer gaan. Jammer dat ik het niet eerder zag, want er moet nog genoeg geklommen worden.
Tot Jayena gaat het op en neer. Vanaf hier krijg ik een stuk van 41km zonder enig dorp of gehucht en ik begin ook aan een zware beklimming.
Als ik onderweg even stop om op adem te komen, stopt er een auto naast me met een engels echtpaar. Ze vraagt of everything allright is. Ja, zeg ik, maar ik moet af en toe even uitrusten. Dat vindt ze goed. We are not twenty anymore voegt ze me nog toe en dan rijden ze weer verder. Aardig dat ze even stopten. Ik zal ze later onderweg nog twee keer zien.
Op de top eet ik wat. Het broodje met ham valt me veel te zwaar op mijn maag. Ik houd het bij sap en yoghurt.
Van hieruit is het nog zo´n 10 km naar een col van 1200m hoogte. Ik hoop toch echt niet dat ik veel ga dalen want de vermoeidheid heeft inmiddels toegeslagen. Ik kom zowaar nog een barretje tegen, waar ik snel een Fanta Naranja drink en de bidons laat vullen.
Dan op naar de Puerto. Die valt ontzettend mee, ik daal meer dan dat ik stijg. Waar ik lunchte, was het al veel hoger.
Na de top zoef ik langs een kraterachtig landschap naar beneden. In een bocht zie ik de Engelsen weer. This is easy, roepen ze; ik heb er wel hard voor gewerkt, hoor.
Prachtig is het hier; ik maak wat foto´s en vervolg de afdaling, die later zo´n 25km blijkt te zijn.
In Almuñecar rijd ik naar het strand, drink daar wat en neem een ijsje.
Dan een hotel zoeken, douchen en nu zit ik hier buiten om kwart over 8 dit verhaal te schrijven. Vier lekkere gamba´s met mayonaisse bij de borrel. Het smaakt me goed; ik ben de vermoeidheid alweer te boven.Nog ergens een tongetje gegeten en nu slapen.
Zaterdag 29 maart Almuñecar - El Pozuelo 65 km
Het is wat bewolkt als ik vertrek. De weg druk, er is hier nog geen snelweg, en ook nog eens wind tegen. Veel plastic kassen langs de weg. Maar niet meer zo fladderend in de wind zoals vroeger. Ik ken deze streek goed; ben hier vroeger veel geweest.
Langs Motril, waar Boudewijn, de vroegere koning van België, zijn vakantiehuis had. Er is wel een mooiere plek te bedenken, zou ik zeggen.
In Castell de Ferro, heel vaak geweest, stop ik bij Antonio om wat te eten. Hij herkent me niet meer. Ik vertel hem over Paco, die hier door iedereen Bobby Charlton genoemd werd, omdat die eens een keer in zijn strandtent was geweest. Maar Paco is misschien al wel 10 jaar dood. Overleden aan keelkanker.
Al snel krijg ik de gebruikelijke schouderklopjes van Antonio en noemt hij me weer amigo. Bij het afscheid vraag ik hem de groeten te doen aan Consuelo, de weduwe van Paco, die hier nog steeds woont.
Mijmerend over het verleden fiets ik verder. Er is hier al een stukje snelweg, het is lekker rustig.
In la Rabita blijkt het hotel gesloten, maar even verder in El Pozuelo vind ik een mooie vervanging pal aan het strand.
Lekker een paar biertjes op het terras in de zon, die alweer bijna de hele dag geschenen heeft. Het meisje dat me bedient en verwent met lekkere tapas zegt dat mijn gezicht rojo is. Ja, dat klopt wel en ik voel het ook goed. Met een winterhuid in één keer naar de zomer valt niet mee.
Als ik na het douchen weer beneden kom in de bar, is er voetbal op de tv: Barcelona tegen Bétis Sevilla. De hele tent zit vol gastarbeiders die hier in de kassen werken. Ik had er wel eens over gelezen dat er in deze streek zoveel illegalen leven.
Het eten, een soort kippensoep en 3 stukken vlees met patat gaat niet helemaal op. Teveel tapas. Lekker slapen met het geluid van de zee.
Zondag 30 maart El Pozuelo - Cádiar 37km
Qua afstand een korte rit maar behoorlijk pittig. Tot Albuñol gaat het heel gematigd omhoog. Buiten het plaatsje zie ik een muur voor me oprijzen.Heel hoog zie ik een plaatsje liggen waarvan ik vermoed dat het Albondón is.
Gestaag klimmend blijkt dat ik na verloop van tijd langs plekken kom waar ik zoëven nog vol ontzag naar stond te kijken.
Na dik 2 uur kom ik aan in Albondón. Bij het barretje waar ik wat wil gaan drinken, vraagt een man vol ongeloof of ik helemaal uit La Rabita ben komen fietsen. Trots zeg ik "Sí" en de man kijkt me nog eens goed aan. Waar ik naar toega? Naar Cádiar, nou dan heb ik het ergste wel gehad.Later blijkt dat het hoogste punt pas 10km verderop ligt bij Venta de Tarugo. Weliswaar is het niet meer zo steil, maar het blijft zwaar. De beste man zal het in de auto wel een vlakke weg vinden, ik denk er onderweg en zo op het end wat anders over.
Als ik dan echt helemaal boven ben krijg ik als beloning een werkelijk schitterend landschap voorgeschoteld. Een heel diep dal, las Alpujarras, en tegen de flanken van de Sierra Nevada allerlei witte dorpjes. Het is erg indrukwekkend. Ik maak een paar foto´s maar die zullen de werkelijkheid nooit evenaren.
Als afsluiting van deze zware dag een lekkere afdaling naar Cádiar. Onderweg besluit ik om morgen niet langs al die witte dorpjes te gaan fietsen, maar de weg door het dal naar Órgiva te nemen. Ik krijg nog genoeg hellingen vóór me.
In Cádiar blijkt de hotelkamer een heel appartement te zijn. Ook kom er achter dat de zomertijd inmiddels is ingegaan.
Ik eet licht ´s avonds en kan daardoor toe aardbeien met slagroom nemen.
Sms'en lukt niet vanaf hier, wel een sudoku van Ada (3*) met door de koptelefoon het oratorium Paulus van Mendelssohn op de MP3.
Vroeg naar bed, ik ben moe.
Maandag 31 maart Cádiar - Órgiva 41 km
Om 9 uur wakker. Ontbijt bij de baas die wat vergeetachtig aan het worden is. Alles moet je hem 2x zeggen.
De lucht is prachtig blauw, maar als ik buiten kom, blijkt er een harde koude wind te staan.
Ik maak eerst mijn jaarlijkse tocht naar een spaanse farmacia, want ik ben wat hoesterig. Waarschijnlijk door de afdalingen. Ook begint het zitvlak wat pijnlijk te worden. Ik ben een grote klant, met hoestdrank en gel verlaat ik het pand.
In het dorp lijkt de spreektaal haast Engels, zoveel Engelsen wonen hier kennelijk.
Nog even naar de supermercado en dan op weg. Het is nog steeds behoorlijk fris in de wind. Bijna weer om de washandjes aan te doen.
Ik neem de "makkelijke" weg naar Órgiva. Een op en neer gaande weg met rechts een prachtig uitzicht op de Sierra Nevada. Vooral na de koffie in Torvizcón krijg ik de bergen van 3400m hoog in volle omvang te zien. Heel bijzonder vind ik het.
Van de Puerto Jubile die op de kaart genoemd wordt merk ik totaal niets. In de verte zie ik diep onder me Órgiva liggen. Mijn weg gaat echter nog veel dieper tot de brug over de rivier. De laatste kilometer moet ik toch nog aan de klim.
Hier word ik tegengehouden door een hollands echtpaar met de vraag of dit de weg naar Trevélez is. Nee, kan ik tot hun opluchting in het nederlands zeggen. Ze moeten precies de andere kant op. Of ik op vakantie ben? vraagt de man. Ik heb altijd vakantie, meneer, dit is pas werken! Een grapje voor pensionados onder elkaar.
Om 2 uur kom ik aan in Órgiva. Lekker om eens een keer ergens zo vroeg te zijn. Ik neem een paar biertjes op een terras in de zon en uit de wind. En een bordje met vlees in de saus van het huis smaakt er prima bij.
Een hotel is snel gevonden, even douchen en nu heb ik dit verhaal zitten tikken.
Veel plezier er mee en tot de volgende keer.
-
31 Maart 2008 - 20:41
Coby:
Wow Tonnie, ik zit te smullen. Het is al veel te laat, maar ik moest gewoon je verhaal uitlezen.
Knuffel van Co!
Iedereen die mij steeds vraagt hoe Ton het heeft, kan nu zelf lezen hoe het je vergaat
-
31 Maart 2008 - 21:39
Marjan:
He lieve Ton,
Wat een prachtig leven zo. Geniet van je heerlijke verhalen. Veel plezier en geniet van het vrije fietsende leven in dat volgens mij prachtige land! liefs Marjan -
01 April 2008 - 06:38
Bertus:
Beste Ton,
Als ik dit leest allemaal heb je het reuze naar je zin denk je wel om je gewicht met al die koude biertjes en dat lekkere eten wat je doet.
Ik zie al uit naar je volgende verslag.
Groet,
Bertus.
-
01 April 2008 - 07:58
Marianne:
Ha Ton,
Het is weer genieten, dat reisverslag van je! Wat heb ik een ontzag voor je: al die klimpartijen en dan nog ongetraind aan dat traject begonnen!
Je bent een kanjer!
Ik kijk al uit naar de volgende week...
-
01 April 2008 - 14:04
Ada:
Nou Ton, dat is weer genieten. Je zit zo in het heerlijke verhaal! Ik heb de indruk dat de colletjes wel heftig zijn dit jaar, vooral ook verrassend! Maar je doet het toch maar weer. Met de adressen voor t eten en overnachten is niets mis. Ook de prijzen niet! Wel opvallend dat je je al grappen over het pensionade zijn hebt verworven. Mijn ega heb ik er nog nooit een horen maken. Ik vind het heerlijk dat je zo geniet en dat wij stiekumpjes mee kunnen genieten. Leuk he, die bel van Co. We hadden er samen toen al zoveel plezier om. DE aankoop van de dag in het waardeloze Hilversum.
Ik hoop volgende week weer verder te lezen over jouw avontuur. Terwijl ik dit typ, ben jij vast aan het laatste klim- of daalstukje toe. Hopelijk in een zonnetje, wij hebben weer regen, dus daar is het veel beter. Houd je km's in de gaten; niet teveel op een dag, want als pensionade mag het ook wel een onsje minder! veel lieve groetjes en tot schrijfs, Ada -
01 April 2008 - 16:57
Linda En Robin:
Heee (schoon) paps!!
Wat een super verhaal schrijf je weer! We hebben weer zitten genieten. Vol bewondering gelezen wat je allemaal doet, maar zijn toch ook weer elke keer verbaasd over hoe je schrijft. Zo leuk! We kijken weer uit naar je volgende verhaal en wat foto's!
Veel liefs Linda en Robin -
01 April 2008 - 18:46
Marion Koolstra:
Dit is een en al genieten: fietsen, natuur, lekkere hapjes en drankjes.....
volgens mij geniet je!
Een vraag: is er nog wel een gemis?
Zet'm op voor morgen! -
02 April 2008 - 09:35
Josja:
Door jouw reisbeschrijving voelt het alsof ook ik een beetje op vakantie ben. De werkelijkheid is dat ik Altrecht dien en dat het buiten regent!
Nog een goede reis verder, groeten Josja -
02 April 2008 - 18:50
Kees:
eerste cerveza, vier lekkere gamba´s met mayonaisse bij de borrel,een paar biertjes op een terras in de zon, ja Ton het leven is echt lijden als je het op je fietsie in Zuid-Spanje leeft!! Het gaat goed lees ik en je geniet met volle teugen! Doe dat vooral, wij buffelen door de lente sneeuw en regen naar het werk en vinden wat verpozing met ons badmintonavondje!! Groet, Kees -
02 April 2008 - 19:39
Bram:
Fantastisch Ton.
Heerlijk zo'n onderneming waar je je helemaal in kunt uitleven -
05 April 2008 - 16:12
Wendy En Marten:
ha oompie Ton,
Nou wat een feest om jouw verhalen te lezen en hoe herkenbaar!!! Wat doen wij hier nog: let's go! De bergen in! En de wind door de haren voelen, de zon op het gezicht en die klim vervloeken en juichen als je hem bedwongen hebt en dan s'avonds dat eerste biertje, dat biertje smaakt dan goddelijk! Met, nu al, heimwee lezen wij je verhalen. En begrijp ik het zo goed dat je soms hoopt dat die daling na een fikse klim niet al te lang aanhoudt, omdat je weet dat je daarna weer omhoog moet.....
Blijf schrijven, wat een feest!
Veel liefs, Wendy en Marten -
09 April 2008 - 20:41
Joke:
Ha die Ton,
Maandag jl was ik in DD en heb je kaarten bekeken. Aad en ik zijn op de meeste plekken geweest en ik kan me een klein beetje indenken wat je allemaal ziet: in de auto is het natuurlijk een heel andere belevenis. Ben je Arcos de la F al voorbij? En hoe zul je Cadiz en Conil beleven?
Volgens mij is het weer nu regenachtig! Doorbijten stel ik me voor, om je volgende stop te halen.
Ik lees met plezier je verhalen en er volgen er natuurlijk nog veel meer.
Take care en tot 'n andere keer.
Joke
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley